De verervingsvormen


Om de verschillende verervingsvormen te verduidelijken, maak ik gebruik van het vierkant van Punnett. Hierbij zijn volgende symbolen gebruikt: P = ouders (cfr. parens) en F1 = nakomelingen van de eerste generatie (cfr. filius). In het vierkant van Punnett staan de gameten van de vader () bovenaan en de gameten van de moeder () staan links. Op deze manier kunnen alle mogelijkheden worden uitgewerkt en kan worden gekeken wat de verwachte geno- en fenotypes zijn in de F1-generatie.

Autosomaal dominant

Het allel dat bij een heterozygoot individu fenotypisch tot uiting komt en dus het andere allel onderdrukt. Wordt steeds aangeduid met een hoofdletter (bv: A). Voor autosomaal dominant verervende factoren bestaan er dus geen splitvogels. Factoren die autosomaal dominant vererven zijn: Dominant Wit en Jaspis. In wat volgt is de letter A gebruikt voor het allel van de autosomaal dominant verervende factor en de letter a voor het allel van de niet-dominant verervende factor.

Autosomaal recessief

Het allel dat bij een heterozygoot individu fenotypisch niet tot uiting komt en dus onderdrukt wordt. M.a.w. een autosomaal recessief allel komt fenotypisch enkel tot uiting in afwezigheid van een autosomaal dominant allel. Een individu dat een autosomaal recessieve eigenschap fenotypisch toont is dus steeds homozygoot voor deze eigenschap. Wordt steeds aangeduid met een kleine letter (bv: a). Zowel mannen als poppen kunnen split zijn voor deze factoren. Factoren die autosomaal recessief vererven zijn: Recessief Wit, Opaal, Phaeo, Topaas, Eumo, Onyx, Kobalt en Ino. In wat volgt is de letter a gebruikt voor het allel van de autosomaal recessief verervende factor en de letter A voor het allel van de niet-recessief verervende factor.

Geslachtsgekoppeld recessief

       Het Z-chromosoom kan nog andere genen bevatten, die niet geslachtsbepalend zijn bv: een aantal kleuren bij onze kanaries. Deze eigenschappen vererven dus steeds gelinkt aan het geslacht. De man (ZZ) geeft dit door aan al zijn nakomelingen, de pop (ZW) enkel aan haar zonen. Het komt meestal meer voor bij poppen, dan bij mannen en verschijnt enkel bij mannen als het ook bij de moeder aanwezig is. Poppen kunnen nooit split zijn voor deze factoren, maar mannen wel. Om tot uiting te komen moet de factor bij een man dubbel aanwezig zijn en bij een pop enkel. Factoren die geslachtsgekoppeld recessief vererven zijn: Ivoor, Bruin, Agaat, Pastel en Satinet. In wat volgt is de letter Za gebruikt voor het allel van de geslachtsgekoppeld recessief verervende factor en de letter ZA voor het allel van de autosomaal recessief verervende factor.

Voor de doorzetters is voorbeeld 7 een koppel waarbij er een combinatie is van een autosomaal recessief en een geslachtsgekoppeld recessief verervende factor. Dit noemt men een dihybride kruising.